MIRJAM

Zingend liep ze voor het volk uit de woestijn in, het beloofde land tegemoet. Samen met Aäron en Mozes gaf ze leiding aan de uittocht. Ze was Gods profetes en alle vrouwen keken naar haar op. Tot een kleine vos haar wijngaard in sloop. Vijf levenslessen van Mirjam, de bittere.

Les 1 : Zorg goed voor je familie (Exodus 1-2)

Ze was erbij toen Mozes geboren werd. Ze zag het door een kier in de deur, want ze was heel hard weer terug gerend nadat ze de vroedvrouwen had gewaarschuwd. Sifra en Pua moesten hun spullen nog pakken en zouden zo snel mogelijk komen. Maar ze kwamen te laat. "Hebreeuwse moeders bevallen zo snel" zeiden ze tegen de soldaten van de farao en dat was ook zo (Ex 1:19)

Ze zag meteen hoe mooi hij was. Zo'n gaaf kindje had ze nog nooit gezien. Haast goddelijk, dacht ze toen, niet wetend hoe waar dat later zou blijken te zijn. Ze was meteen dol op hem. Ze wilde hem beschermen, tegen alles en iedereen.

Moezes heette toen trouwens geen Mozes. Ze gaven hem geen naam omdat ze niet wisten of hij het wel zou overleven. Hun moeder was zo bang om hem te verliezen dat ze zich niet durfde hechten. De soldaten konden hem immers elke dag komen halen …

Mirjam zag de angst van haar moeder en de schoonheid van haar broertje. En ze besloot te vechten. Voor allebei. Dat gaf haar in het grauwe slavenbestaan van die dagen een doel om voor te leven. Als haar broertje maar bij haar moeder mocht blijven zodat zij hem kon grootbrengen in de Hebreeuwse traditie. Met de verhalen van Abraham en Jakob over het beloofde land, hun toekomst.

Les 2 : Geef je over aan de Heer (Exodus 2 : 1-20)

Toen ze Mozes echt niet meer verborgen konden houden, nam haar moeder een dapper besluit. Een ingenieus plan was het: het kind in een doodskistje leggen. Een arkje, zoals Noach en de zijnen. En het dan te water laten, vlak bij de plek waar de prinses vaak kwam baden. Wat goed bedacht en wat vreselijk dat het moest! Want het kon natuurlijk ook ontzettend fout gaan. De Nijl stroomt snel en er leven krokodillen. En bovendien: hoe zou de prinses reageren?

Haar moeder heette trouwens Jochebed (Numeri 26:59). Dat betekent 'glorie van Jahweh'. Toen zij die naam kreeg, had de Heer zich nog niet met die naam Jahweh aan hen bekendgemaakt. Het was de naam waarmee Mozes na veertig jaar schaapherder te zijn geweest, terugkwam bij hen. "Jahweh heeft mij gestuurd," zei hij. 'Ik ben er altijd bij' betekent dat. Waarom haar moeder die naam kreeg, is een puzzel waar veel theologen zich in later tijden over gebogen hebben. Haar moeder heeft het raadsel meegenomen in haar graf, maar zij deed haar naam wel eer aan. Ze wist net als Mirjam: Mozes is bijzonder. Hij is niet zomaar een kind. Hij moet gered worden. Door God zelf. We geven Mozes terug aan Hem en dan kijken we wat Hij doet. En Hij deed het. Dat leerde Mirjam een les voor het leven: geef je over aan Hem, ook – of juist – als je in doodsnood bent. Heel veel later, bijna aan het eind van haar leven, wist ze precies wat dat betekende...

Maar op dat moment deed ze wat haar moeder deed: goed nadenken en handelen. Dus toen ze zag dat de prinses net zo verrukt was over Mozes als zijzelf, wist ze precies wat ze moest doen. En zo kwam Mozes weer in haar moeders armen terecht. Waar hij hoorde: bij zijn volk. Hun volk. Het volk van Jahweh.

Les 3 : Zingen maakt alles lichter (Exodus 15)

Uit angst voor de soldaten van de farao moesten ze het kindje rustig houden. Aäron kon dat goed, want die was van zichzelf al rustig van aard. Mirjam was veel energieker en feller. Maar wat ze als kind al goed kon, was zingen. Dus dat deed ze veel als Mozes onrustig was – want hij was een driftkop (Exodus 2:12)! Dan zong ze liedjes voor hem, die ze zelf bedacht had.

Later, toen ze moest gaan werken voor de farao, hielp dat ook. Het keiharde en fysiek zware werk hielden de Hebreeërs vol door te zingen. Vaak zette Mirjam in en dan volgden de anderen. Al zingend hakten ze stro, haalden ze klei uit de rivier, en liepen ze met een zware last op hun schouders naar de bakovens. Zo leerde Mirjam dat zingen alles lichter maakt.

Tijdens de tocht door de woestijn herinnerde God haar aan dit talent. Want toen ze door de Rietzee waren getrokken en het hele leger van de farao vernietigd was, welde er een lied in Mirjam op. Ze keek Mozes aan en samen zongen ze uit volle borst een geweldig lied van dankbaarheid. Iemand gaf haar een tamboerijn en toen 'voelde' ze het refrein. De tekst, de melodie, het ritme: alles klopte en wat hebben ze dat nog vaak gezongen tijdens het lopen! Want probeer het maar eens, zeker als je kleine kinderen bij je hebt: zingen helpt. Door te zingen kun je nog kilometers langer door. Talloze variaties verzonnen ze op hun overwinningslied. Ja, dat heeft hen vaak geholpen en Mirjam is de Heer vaak dankbaar geweest voor dat talent: muziek, dans, zang – als je dat beheerst, krijg je een heel volk mee. Zingen bevrijdt, zingen richt je op het goede, het brengt je naar God zelf.

Les 4 : Wees tevreden met je plek (Numeri 12)

Mirjam had dus een positie, een taak, een talent. Ze liep met Mozes en Aäron voor het volk uit. Door God gezonden (Micha 6:4). Ze was een profetes, kreeg woorden van de Heer waarmee ze haar volk mocht bemoedigen. Waarom was ze dan niet tevreden? Waarom wilde ze meer? Waarom werd ze jaloers?

De wijze koning Salomo schrijft in zijn Hooglied over 'kleine vossen die de wijngaard vernielen'. Vang ze als ze nog klein zijn, zegt hij (Hooglied 2:15). Dat had Mirjam moeten doen. Ze had het duiveltje van de afgunst meteen moeten temmen. Maar dat deed ze niet. Het groeide en groeide in haar. En toen begon de vos te doden en begon ze haar naam, Mirjam (bitterheid), eer aan te doen.

Ze kon het goedpraten, natuurlijk, want met een sterk karakter is het zeker niet makkelijk een vrouw te zijn in een mannenwereld. Haar ene broer was besluiteloos en beïnvloedbaar (Exodus 32) en haar andere broer was de bescheidenheid zelf (Numeri 12:3). Dat softe, genuanceerde en weifelende maakte haar razend. Ze wilde door! Actie! Had ze niet dankzij die eigenschappen haar broertje uit de Nijl gered? Dat ze begon over de buitenlandse vrouw van Mozes was natuurlijk vals, maar op dat moment meende ze het wel: ze had hem niet voor niets gered en teruggebracht bij zijn moeder. Hij hoorde bij hun volk en mocht nooit vergeten wat hun geschiedenis en onze tradities waren. Zo zag Mirjam dat echt.

Gods straf was vreselijk: ze kreeg een doodskleed aan. Zoals Mozes in een doodskistje werd gelegd, zo kreeg ze een witte lijkhuid. Vreselijk. Toen Mozes, de zachtmoedigste mens op aarde, voor haar begon te bidden, brak ze. En ze gaf zich over aan de Allerhoogste.

Les 5 : Je bent nooit alleen (Numeri 12 - Deuteronomium 24:9)

God stuurde haar weg en toen was ze alleen. Zeven dagen zag of sprak ze niemand. In de woestijn, in de stilte, kwam ze tot haarzelf. Eerst raasden de gedachten als dikke vliegen door haar hoofd, maar langzamerhand werd het stil. Het lukte haar naar haarzelf te kijken. En het lukte haar om weer dankbaar te zijn. Voor haar leven, haar karakter, haar talenten, haar broers. En juist in de dankbaarheid kwam God naar haar toe. Ook buiten de legerplaats was Hij er. Hij ging naast haar zitten en keek met haar mee in de afgrond van haar ziel.

En nog voordat de zeven dagen voorbij waren, zong ze een lied. Zij dankte God voor Zijn bevrijding. Want Hij bevrijdde haar. Hij voerde haar uit het Egypte van haar veeleisendheid, haar angsten, haar hoogmoed, naar het beloofde land van de vergeving, de aanvaarding, de goedheid. "Je bent goed genoeg, Mirjam," zei Hij tegen haar. "Je bent Mijn kind. Ik ben bij je. Ik ben ook jouw Jahweh." Toen was het goed en kon ze gaan. Mijn volk wachtte op haar (Numeri 12:15).