EVA EN DE SLANG
De verzoeking - Rafaël -muurschildering in de studeerkamer van Julius II - Vaticaanstad
In het scheppingsverhaal valt de slang op door zijn talent om te misleiden. Hij is spraakzaam. En actief. Zijn rol is onbetwistbaar belangrijk. Als hij er niet was geweest om zijn verleidelijke missie te vervullen, zou het menselijk avontuur misschien gestopt zijn bij het eerste koppel. Dus waarom werd hij gestraft?
Laten we het verhaal eens bekijken. Adam en Eva zijn in het Paradijs, waar God zelf hun gids is. Hij toont hen de rivieren, de tuinen: ze hebben alles wat ze nodig hebben om gelukkig te zijn. Bovendien geeft Hij hen een bijzonder voorrecht dat hen menselijk maakt: ze hebben vrijheid van keuze wanneer ze geconfronteerd worden met het verbodene. De twee bomen - de ene die leven geeft en de andere die kennis geeft - zijn er om hun nieuwsgierigheid op te wekken. En om hen te dwingen keuzes te maken: ze kunnen ofwel Zijn wensen gehoorzamen en eeuwig leven ofwel ongehoorzaam zijn en sterven. Hoewel zij zich bewust zijn van het inherente gevaar van kennis, willen zij het toch weten. Zijn zij dan niet bang voor de straf?
Ja, dat zijn ze. Dit is waar de slang om de hoek komt kijken. Hij bemoeit zich met zaken die hem niet aangaan. De kwestie van de twee bomen gaat alleen God en Zijn eerste menselijke schepsels aan. De slang is er niet bij betrokken. Dus waarom benadert hij Eva om haar te verleiden en zo de mensheid tot zonde aan te zetten? Hij is jaloers. Zo beweert de midrasj: "Adam was inderdaad in het paradijs. De engelen waren zijn vlees aan het braden en schonken zijn wijn in. Toen hij dit zag, was de slang jaloers."
De rest is algemeen bekend. De tekst onthult de list van de slang. Hij gebruikt Eva om haar en haar man te treffen. Op dit punt laten de schrijvers van de midrasj hun fantasie de vrije loop. Om te beginnen, beschrijven ze de slang in bijna menselijke termen: hij staat rechtop, weet hoe te redeneren en zich uit te drukken. En nog belangrijker, hij weet hoe hij dat zo efficiënt mogelijk moet doen.
Eerst slaagt hij erin Eva ervan te overtuigen
dat God wrok koestert. Op wie? Op de mensen. Hij is verbitterd over hun
onsterfelijkheid; dat is het geheim van de verboden vrucht. Proef ervan, en je
zult als God zijn. De midrasj gelooft ook dat Eva verleid werd door de belofte
van macht. Als je van de boom proeft, had de slang haar gezegd, zul je zijn als
God, die van dezelfde boom at voordat hij de wereld schiep. Net als Hij zul je
de macht hebben om te scheppen en te vernietigen, te doden en te doen herrijzen.
Een geloofwaardig argument, maar Eva blijft bang. Bang voor de gevolgen. En dat
zegt ze tegen de slang. Ze kan alleen maar overdrijve. In het boek Genesis,
zegt God tegen Adam en Eva om niet te proeven van het fruit van de boom die
kennis geeft. In haar gesprek met de slang overdrijft Eva dit echter: in haar
mond geldt wat verboden is ook voor de handeling van het aanraken. Het aanraken
van de boom of de vrucht, zegt zij, zou ons ter dood veroordelen.
Adam en Eva – gravure van Albrecht Dürer - Rijksmuseum Amsterdam
Cornelis van Haarlem - Adam en Eva plukken een appel uit de boom van de kennis van goed en kwaad, 1592 - Rijksmuseum Amsterdam.
Dit is waar de slang op wacht. Hij duwt Eva tegen de boom. Zij raakt hem aan. En er gebeurt niets. Zie je? Zegt de slang. Je leeft nog. Je zult blijven leven, zelfs als je het fruit van de boom proeft.
Hier is de slang schuldig. Zolang hij alleen woorden gebruikte, kon hij aan God uitleggen: "U zet mij in het paradijs vanwege mijn verstand, is dat niet waar? En U hebt mij spraak gegeven zodat ik die kon gebruiken, is dat niet zo? Mijn opdracht was om Eva te verleiden en haar plicht was mij te weerstaan." Hoe dan ook, hij gebruikte fysiek geweld en dat was zijn overtreding.
De midrasj zegt ook dat de slang de eerste was die vervloekt werd, Eva was de tweede, en Adam was de laatste. Rabbi Shimon ben Menasya zegt dat door de schuld van de Slang, de wereld prachtige dienaren verloor: Elke man en elke vrouw van Israël zou twee slangen hebben gehad om hen te dienen.
De straf van het Serpent? Hij verliest zijn arrogantie. Hij kan niet langer met opgeheven hoofd lopen. Hij kan niet langer rechtop staan. Hij moet op zijn buik kruipen en stof eten.
De gevierde Rabbi Menachem Mendel van Kotzk merkte op: "Waar is zijn straf, aangezien hij nooit honger zal hebben? Precies, zijn straf is dat hij nooit honger zal hebben."
Elie Wiesel